Waarom het Nederlandse onderwijs specialisten ontmoedigt

En daar stond ik dan voor de klas. Ik was dertien jaar en volgde een les Nederlands. Op mijn eerste test Nederlands schreef ik het woord ’hep’ in plaats van ‘heb’. Nu kom ik zelf uit Lopik en daar hoor je in de uitspraak echt geen b als iemand zegt ’Ik hep een nieuwe fiets’. Het leek mij dan ook logisch dat je de woorden opschrijft zoals je ze hoort. Dus dan moet ‘heb’ met een p. Toch?

Al snel kreeg ik te horen dat ik dyslectisch was. Op zich niks mis mee natuurlijk; Nederlands was al nooit echt mijn beste vak, net als veel andere talen. Wat ik wel vreemd vond, is dat er mensen zijn die dyslexie zien als een ziekte. Dat klopt namelijk niet. Dyslexie betekent dat er veel verschil zit in het kennis- en kundeniveau tussen diverse schoolvakken. Dus: je bent intelligent, maar je niveau per vak verschilt enorm. Het kan zo maar zijn dat je in het ene vak de beste van de klas bent, maar in een ander vak weer de slechtste. Feit is dat dyslexie vanaf de geboorte vastligt en erfelijk is. Zelf zie ik dyslectische kinderen als geboren specialisten. Ze zijn in één ding exceptioneel goed, in andere wat minder.

De basisschool

Als dyslect ben ik zelf bijvoorbeeld een specialist in wiskunde. Al op de basisschool werd ik tijdens rekenlessen buiten de klas geplaatst om in alle rust zelf verder te werken. Het gevolg: ik liep vaak een heel rekenboek voor op de rest van de klas. Tijdens de Citotoets was ik één van de vijf Nederlandse kinderen die dat jaar het rekenen-wiskundedeel volledig foutloos maakte. Echter, ook tijdens de taallessen werd ik buiten de klas geplaatst. Hierbij ging het alleen om extra begeleiding.

De basisschool was voor mij prima te doen als dyslecticus. Wel kreeg ik het vermoeden dat mijn prestaties wat werden gemiddeld. Zo van: ‘Dus hij is niet goed in talen, maar wel in wiskunde: laten we hem naar havo/atheneum sturen.” Goed idee, behalve dan dat het op de Nederlandse middelbare school niet zo goed gaat met dyslectische kinderen.

De middelbare school

Ons middelbare-schoolsysteem eist dat je als leerling maar een of twee onvoldoendes mag halen als eindcijfer. Als je net als ik slecht bent in talen, krijg je het eerste jaar drie taalvakken: Nederlands, Engels en Frans. Het eerste jaar lukte nog net, het tweede jaar kwam er nog een taal (Duits) bij. Dat werd me echt te veel. Ik ben toen teruggezet naar het derde jaar van de mavo.

Uiteindelijk ben ik via de mavo, mts en hts op de universiteit gekomen. Mijn interesse voor wiskunde ben ik tijdens dit traject alleen wel verloren. Hoe dat kwam? Wiskunde was veel te eenvoudig voor me op de mavo en mts. Oftewel: ik had zes jaar lang geen uitdagingen op dat gebied. Op de talen moest ik nog wel mijn best doen. Gedurende die tijd was er slechts één wiskundeleraar die me apart en op een hoger niveau wilde lesgeven. Helaas mocht dit niet van de directie: zonde van het geld.

Geen specialisten?

Mijn conclusie: het Nederlandse onderwijs legt vooral nadruk op het opleiden van allrounders. Een allrounder heeft wel vakken waar hij of zij in uitblinkt, maar er bestaan geen exceptionele verschillen. We gaan er dus vanuit dat iedereen met hetzelfde intelligentieniveau even goed moet zijn in verschillende vakken. Ik vind dat raar. Er zijn namelijk genoeg studenten die – net als ik – uitblinken in specifieke vakken. Ze krijgen echter niet voldoende ruimte om zich verder te ontwikkelen. Daarmee zet je kinderen die geboren specialisten zijn buitenspel. Zelf heb ik de mavo vooral gehaald omdat het gezellig was. De mts alleen omdat ik wat wilde doen met computers. Ik kan dan ook goed begrijpen dat veel dyslectici hier stoppen. Pas op de hts begon ik interesse te krijgen voor het ontwikkelen van software en was school weer leuk. De universiteit was geweldig. Niet voor niets studeerde ik bijna cum laude af. Helaas bleek mijn eindscriptie taalkundig geen wonder en resulteerde dit niet in een hoog cijfer. Toch kon ik er prima mee leven, ik had tenslotte plezier gehad. Mijn tijd op de mavo en mts bleek alleen echt een dooddoener. Ik zou dit voor andere specialisten dan ook liever willen voorkomen.

Hoe zou het dan moeten?

In mijn ogen moet je leerlingen met vergelijkbare eigenschappen als ik niet betitelen met dyslexie, maar juist inzetten als specialist. Hoe? Laten we op de middelbare school meer focussen op de vakken waar leerlingen goed in zijn. Maximaal twee onvoldoendes toestaan zorgt ervoor dat specialisten zoals ik er tussenuit vallen.

Het lijkt mij beter als je meer met gemiddelden gaat werken. Stel: je hebt een 3 voor Duits, maar daar tegenover staat een 10 voor wiskunde – dan is dat gemiddeld toch een 6,5. Een andere optie is om de specialisten bijvoorbeeld wat te laten minderen op de ‘slechte’ vakken. Ter compensatie kunnen ze dan een jaar hoger volgen op de sterke vakken. Volgens mij hoeft dit allemaal niet zo veel te kosten. Groot voordeel: je verliest de specialisten niet tijdens de middelbare school. En dat zou dan wel weer mooi zijn.

Comments

Popular posts from this blog

System.Net.Http dll version problems

SharePoint Survey Back Button

Azure table storage error: One of the request inputs is not valid